Voorlopig besluit genomen over voorkeursvariant Gerrit Krolbrug

4,5 meter hefbrug vogelvlucht vanuit boven Lefier
08-09-2021
2318 keer bekeken

Uit een gedegen onderzoek naar een voorkeursvariant voor de nieuwe Gerrit Krolbrug, blijkt een beweegbare hefbrug met een doorvaarthoogte van 4,5 meter MHWS (Maatgevende Hoge Waterstand Scheepvaart) de variant die het meest tegemoetkomt aan alle belangen.

Dat heeft het college van B&W van de gemeente Groningen besloten op aangeven van de stuurgroep Drie Groninger Bruggen (gemeente Groningen, provincie Groningen, Rijkswaterstaat en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat). Het college legt in oktober 2021 deze voorkeursvariant voor aan de gemeenteraad van Groningen. Waarna de minister in het volgende BO MIRT een integraal besluit neemt.

De vervanging van de Gerrit Krolbrug is nodig vanwege de ouderdom (bouwjaar 1936) en technische staat van de huidige brug. De vervanging is onderdeel van het programma om de hoofdvaarweg Lemmer – Delfzijl op te waarderen zodat de schepen veilig en zonder oponthoud kunnen doorvaren en het kruisend wegverkeer zo min mogelijk hinder heeft. Hiervoor worden bruggen verhoogd, oevers aangepast en de vaarweg op diepte gebracht. Hiermee kan de groei van het transport over water opgevangen worden.

Voorkeursvariant

De gekozen voorkeursvariant is de variant die het meest tegemoetkomt aan de verschillende belangen. Zo is gekeken naar verkeersveiligheid, doorstroming op de weg en op het water, inpassing in de omgeving, fietscomfort en toegankelijkheid. In de besluitvorming zijn drie varianten beoordeeld. Een middelhoge brug met een doorvaarthoogte van 5,7 meter, een lagere brug van 4,5 meter en een gezamenlijk met de bewoners uitgewerkte lage brugvariant van 3 meter. Als voorkeursvariant is gekozen voor een beweegbare hefbrug met een doorvaarthoogte van 4,5 meter MHWS, ongeveer 2 meter hoger dan de huidige brug. De weg wordt op de brug ingericht als een fietsstraat, waarmee dit aansluit bij de toekomstige inrichting van de Korreweg. De twee vaste fiets-loopbruggen moeten worden verhoogd naar een doorvaarthoogte van 9,7 meter MHWS.

Brughoogte en -type

De voorkeursvariant heeft een hoogte van 4,5 meter, waardoor recreatievaart onder de brug door kan varen, evenals een klein deel van de beroepsvaart. Dit zorgt voor een derde minder brugopeningen, waardoor er minder oponthoud is voor o.a. de 16.000 fietsers die dagelijks de brug passeren.  Doordat recreatievaart onder de brug door kan varen, verbetert de veiligheid op het water ook. Er is dan geen samenkomst meer van wachtende recreatieschepen en beroepsvaart. De brug heeft een beperkt hellingpercentage van 2,5 procent. Als type brug is gekozen voor een hefbrug.

Fiets-loopbruggen

Bij de nieuwe brug komen, net als in de huidige situatie, twee vaste fiets-loopbruggen. Dit zorgt voor een goede doorstroming voor fietsers en voetgangers bij een geopende brug. De vaste bruggen komen aan weerszijden van de beweegbare brug en krijgen een hoogte van 9,7 meter MHWS om toekomstig scheepvaartverkeer ongehinderd te kunnen laten passeren.

Weginrichting

De weg over de brug wordt ingericht als fietsstraat, dat wil zeggen dat fietsers en gemotoriseerd verkeer zich op één rijbaan bevinden, met voorrang voor de fietser. De inrichting sluit hiermee  aan bij de toekomstige inrichting van de Korreweg. De kruisingen van de Korreweg met de  Oosterhamriklaan en de Ulgersmaweg worden door de gemeente heringericht als rotonde. Dit levert een verbetering van de verkeersveiligheid op voor alle verkeersdeelnemers. 

Aanpassing vaarweg

Naast het vervangen van de brug wordt de vaarweg tussen de Busbaanbrug en Gerrit Krolbrug ook aangepast. Door het verruimen van de bocht hebben grote schepen beter zicht op de Gerrit Krolbrug en kunnen ze recht op de brug afvaren. Als gevolg van deze aanpassing is er echter geen ruimte meer voor de huidige ligplaats aan de Ulgersmakade. Voor deze ligplaats wordt daarom een nieuwe locatie gezocht.

Vervolg

De voorlopige voorkeursvariant wordt voorgelegd aan de gemeenteraad van de gemeente Groningen en vervolgens aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. De minister neemt het standpunt van de gemeente mee in haar integrale technische en financiële overweging in relatie tot de gehele vaarweg, waarna een definitief besluit volgt tijdens het volgende BO MIRT.

Afbeeldingen

Cookie-instellingen